WAT LOSSE EINDJES

OMA!

Ik droomde, dat ik mijn grootmoeder van vaderszijde ontmoette. Zij leefde van 1890 tot 1953. Ik ben naar haar vernoemd, maar heb haar nooit gekend. We ontmoetten elkaar op de redactie van het Parool. Zij was een beetje mollig, zij droeg een modieus broekpak en zij was haar mail aan het checken.
''Zo, ben jij mijn vierde kleinzoon?'', vroeg zij nieuwsgierig.
De droom ging gewoon door, nadat ik mijn traditionele, nachtelijke plaspauze had gehad. Ik ervoer dat als een kostbaar geschenk.

WILLEM!

Vannacht droomde ik, dat ik mijn overleden broer Willem op de Parool-redactie ontmoette. Hij had het daar zeer naar zijn zin en de redactie liep in zijn geheel met hem weg. Hij zag eruit zoals in zijn post-beroertesperiode, maar hij was weer net zo scherp, net zo geestig en net zo intelligent als in zijn beste dagen. Ook nu ging de droom door na de traditionele plaspauze en ook nu ervoer ik dat als een kostbaar geschenk!

BRIEF AAN AT (1939-2008)

Mijn eerste herinnering aan jou is je vriendelijke gezicht en je al even vriendelijke stem, waarmee je mijn angst voor dat enge station en die nog veel engere treinen probeerde weg te praten. Dat is je uiteindelijk ook wel gelukt...

Ik koester ook de herinnering aan dat ene ritje op je Honda, toen we in 1964 op een vrijdagavond samen naar Opa reden en ik herinner mij ook nog dat sterke geluksgevoel, dat de aanblik van die malle Honda bij mij opriep, toen we in de Hasebroekstraat waren aangekomen!

Ik denk de laatste tijd vaak aan die zonnige middag terug, ergens in de zomer van 1973, toen ik je op onze veranda aantrof en ik betreur het dan, dat ik je toen een beetje uitlachte. De aanblik van je blozende, verwarde gezicht van toen staat voor altijd op mijn netvlies gegrift!

Maar mijn dierbaarste herinnering aan jou, is toch die van zondag 2 augustus 1981, toen je geduldig mijn geweeklaag over Jeanneke aanhoorde en tegelijkertijd een heerlijke uitsmijter voor mij bakte...

Ik mis je loopje! Dat sloffende ouwemannenloopje waarmee je altijd van mij wegliep als we bij Mei Wah hadden gegeten.

Heb je ooit beseft, dat ik je na elk afscheid bij Mei Wah altijd nakeek tot je uit het zicht was verdwenen? Dat ik daarbij telkens weer heel even dacht, dat het best wel eens de laatste keer zou kunnen zijn geweest?

Ik heb al je vrolijke, levenslustige sms'jes van het laatste jaar bewaard! Ze zijn het herlezen meer dan waard!

Het was hartstikke gaaf om op die derde april samen met jou over de Lijnbaan te lopen en ik ben heel blij, dat ik je dat toen ook meteen heb gezegd.

Mijn dierbaarste herinnering aan jou van het afgelopen jaar is dat serene etentje in die Rotterdamse La Place, vlak voor het Fogerty-concert: Je bezorgdheid over mijn knallende koppijn en je begrip voor die twee, krankjoreme problemen waarmee ik toen worstelde, kwamen écht uit je onuitputtelijke broederliefde voort.

Na die allerlaatste Mei Wah-maaltijd heb ik je in de stromende regen naar de bushalte gebracht en ik vind het nog steeds heel erg wrang, dat ik je na die allerlaatste handdruk niet in die wegrijdende bus zag zitten en dat het allerlaatste wuifgebaar dus achterwege is gebleven.

Ik denk nog vaak terug aan die maandagavond, nu meer dan vier maanden geleden, toen je je dood misschien wél voelde naderen en betreur het dan, dat ik je op dat moment geen opbeurend sms'je heb gestuurd.

Niets was erger dan dat gevoel van leegte, dat ik had toen ik één dag na je dood over de Grasweg fietste en naar dat stadsdeel keek, waarnaar je nooit meer terug zou keren.

Het was goed om tijdens je begrafenis naar die fantastische dvd van Jerry Lee Lewis te kijken. Ik heb in die anderhalf uur je leven gevierd en even niet om je dood getreurd.

Het tweede bezoek aan Mei Wah na je dood was heel vreemd en ook heel weemoedig; als alles was gelopen, zoals het had moeten lopen, hadden we daar toen samen je 70e verjaardag gevierd.

Ik mis je, ouwe jongen! Zonder jou is het eten bij Mei Wah lang zo gezellig niet!

Amsterdam is en blijft verschrikkelijk leeg zonder jou!!!

Het was goed dat ik na die tweede januari uitgebreid de tijd heb genomen om in stilte over je dood te rouwen.

De rouw kwam ook in die eerste maanden echt in vlagen. Soms had ik het gevoel, dat ik je dood al had verwerkt; soms was het pijn van het gemis bijna ondraaglijk.

Elke keer als ik in Zandvoort ben, denk ik aan je, zoals we anderhalf jaar geleden in Zandvoort met zijn drieën aan Pa hebben gedacht.

Aan het einde van deze maand is het alweer een half jaar geleden, dat ik je voor het laatst heb gesproken. Het is echt nauwelijks voor te stellen, dat ik dat "Hee, Bert! Met At!" nooit meer zal horen.

Je bent nu al een half jaar dood en ik herdenk je ditmaal door naar je dvd van Norah Jones te kijken. I miss you, brother! I really do!

Ik ben heel blij, dat ik de foto van je graf heb en dat ik, dankzij Linda, nu ook de fantastische foto's van voor je dood heb. Ik heb daarmee mijn broertje weer een beetje terug...

Ook Rotterdam oogt leeg zonder jou, zelfs als je er alleen maar doorheen rijdt!

Ik denk nog heel vaak aan die keer in Mei Wah, toen we over de dood spraken en jij het onvoorstelbaar vond, dat je je net overleden buurman nooit meer zou zien. Ik weet nu wat je bedoelde.

Ik ben al maanden niet meer in 'Mei Wah' geweest! Het was er te leeg zonder jou. Op 22 november zal ik in 'San Remo' zitten en met heel weemoed aan onze laatste gezamenlijke maaltijd in 'Mei Wah' terugdenken.

Het is nu precies een jaar geleden, dat we voor het laatst afscheid van elkaar namen. Het is nauwelijks te bevatten hoe snel dat jaar is voorbijgegaan.

Het is dan toch 23 december 2009 geworden en ik ga zometeen dus je eerste sterfdag gedenken. Op de enig mogelijke manier: met het bekijken van de 'Jerry Lewis-dvd' uit 1989. I miss you, brother! I really do!

BERT HARBERTS

Amsterdam, 2 april 2023. © Bert Harberts